Mijn hele leven doe ik al aan - niet altijd even praktische - navelstaarderij. Zelf analyse. Reflectie. Vaak teveel, en soms ook in de verkeerde richting. Maar ik zat nu weer in zo’n moment van mijn leven dat bepaalde dingen me niet meer dienden en ik mezelf écht aan wilde pakken. In de kern. Want van dingen die me niet dienen, wil ik vrij zijn. Want ik ken mezelf inmiddels vrij goed.
Onderdeel daarvan is mijn mobiel zoveel mogelijk in mijn tas gooien, meer bewust zijn van dít moment (ik vind het al zo eng hoe snel de tijd voorbij vliegt), meer creeren (en schrijven!) zonder angst (of behoefte aan validatie) en zoveel mogelijk tijd vrij maken voor échte connectie.
Het geeft me meer en meer lucht om gewoon mezelf te kunnen zijn zonder mezelf ergens te hinderen. Met alle contradicties die ik in me heb. Dat ik in géén hokje hoef te passen. Ik las laatst een mooie post hier waarin opgemerkt werd dat als je zakelijk succes wilt hebben, het het beste werkt om je op één ding te focussen (en te zijn) en de rest weg te laten.
Dus ook hier, misschien alleen te schrijven over filosofie, of zelfontplooiing, of lekkere recepten. Niet alles door elkaar, wat ik dus wél doe, ha. #oeps
Dat heb ik dus nooit zo goed gekund, want voor het één kiezen, betekent al die andere dingen niet laten zien. En ik wil het allemaal. En jezelf kunnen zijn, betekent juist dat je contradictief uit kunt laten. Want we zijn allemaal “a little bit of everything all rolled into one”
Ik ben een moeder die van haar kinderen houd, maar ook HEEL graag alleen is en tijd maakt voor haar 1001 hobbies. Ik lees scifi én fictie en literatuur, romans en filosofie. Chill out ambient muziek en heftige metal. Het simpele leven maar niet tuinieren en geen bloemenjurken. Computer spellen én haken en borduren. Ik ben een zachtaardig persoon die onder de tattoos zit.
Het is alle kanten op. En dat mag. Dat is okee.
Want het is misschien voor de wereld heel fijn om je te categoriseren. Maar we zijn altijd veel meer dan dat. Niet alleen ik. Jij ook, iedereen, is meer dan dat.
Onze breinen hebben dat nodig he, dat labeltjes plakken. Generaliseren. Zeker in deze informatie overload tijd. We hebben het nodig om dingen te kaderen anders gaat ons brein kapot. Maar vergeet niet in je brein, achter die kaders geen punt te zetten, maar een dubbele punt: het kan namelijk anders zijn dan jij het geclassificeerd hebt. Het is fluïde. Om maar met DOOL te spreken.
Niets is uiteindelijk iets vasts.
Dat is, denk ik, waar ik altijd het hardst tegen gevochten heb. Dat iets grenzen heeft, dat je er niet buiten mag kleuren. Dat er ergens onzichtbare regels zijn, in sociaal contact, in de maatschappij, in het werkende leven, waar je je aan zou moeten houden.
Ik zocht altijd het randje op, om daar dan aan te trekken en op te kauwen.
Want alles is en kan iets zijn om te onderzoeken. Om te bevragen. Om mee te spelen. Ook in je hoofd.
Hoe fijn is het, als je overal mee mag spelen. Dat je je mag afvragen, waarom. Dat je fouten mag maken, andere paden mag inslaan, van het pad af mag rollen en weer terug mag kruipen. En jezelf dat toe kan staan.
Dat je niet meer zoekt naar je plaats in de wereld, maar hem gewoon inneemt, meedeint op de golven en wel ziet waar het schip strand. Want om jezelf te kunnen zijn, moet je jezelf kennen. En dat leer je door, uit het leven, door schade en schande, welke dingen je fijn vindt, welke je niet fijn vindt, waar je meer van wilt in je leven en minder van wilt.
Niet door jezelf een soort moreel, fysiek of emotioneel corset aan te trekken waar je niet meer uit mag.
Wat als we die controle helemaal los kunnen laten.
Man, dan zijn we vrij. Dan ben ik vrij. En jij ook.
Dat lijkt me wel wat.
Ik ben nooit vergeten wat mijn filosofie leraar tegen me zei:
Vrijheid is verantwoordelijkheid.
De precieze anekdote ben ik kwijt (evenals de naam van de docent), maar dat zinnetje heb ik altijd onthouden. Logischerwijs denk dat het van Satre komt. Volgens Satre is het “de morele opdracht die iedereen heeft: het bewaren van de vrijheid, het kiezen van het eigen leven en daar verantwoordelijkheid voor nemen.” Maar anders dan Satre wil ik niet dat je jezelf in die verantwoordelijkheid schopt en slaat. Met minachtig en disdain. Dat heb ik zelf ook lang genoeg gedaan.
Ik wil mezelf compleet open zetten om te leren. Om te veranderen. Om iemand anders te zijn dan ik gisteren was, of juist niet. En helemaal los te laten wat de wereld daaromheen van vindt. En daar ook de volle verantwoordelijkheid voor dragen.
Want na elke beslissing heb je een nieuwe keuze.
En weer.
En nog eens. Dat is vrijheid. De vrijheid om keuzes te maken.
In mijn oude Zen lessen kreeg ik vaak als voorbeeld dat je als mens een soort ui bent, je leert allemaal dingen aan, van jezelf, van je ouders, van de buitenwereld, om te overleven, om je staande te houden in de wereld. Maar naarmate je ouder (en hopelijk wijzer) wordt, ga je die lagen die je niet meer dienen, die hinderlijk zijn geworden, afpellen.
Hoe minder bullshit je van jezelf (en buiten je) tolereert, hoe meer je tot je eigen kern komt. En net zoals met een ui snijden, gaat dat vaak niet zonder tranen of pijn.
Je eigen angsten en pijn onderzoeken is nooit leuk. Die beperken je vrijheid.
Maar als je die dan recht in de ogen aan kunt kijken en je leeft nog. Je bent er nog. Uit de afgrond en weer terug. En je had al die tijd gewoon zelf het touw.
Dan kun je alles aan.
Dan ben je écht vrij.
Dat is wat ik wil.
Vrij zijn, van mijn eigen beperkingen.
En die van een ander.
Mooi geschreven. En ook erg herkenbaar dat je naarmate je ouder wordt meer tot je kern komt. Soms zou ik willen dat ik toen ik twintig was de rust die ik nu kan ervaren in m’n hoofd al met me meedroeg. Maar waarschijnlijk is die rust er nu dankzij mijn twintig jarige zelf die die rust nog niet had 😉
"Dan ben je écht vrij." Wat nou, als je ook die voorwaarde loslaat? Niet als-dan, maar hier en nu?